Een hartenkreet uit mijn vakgebied: nogal wat werk dat wij doen, of beter: moeten doen, is eigenlijk zinloos, administratief theater en/of fiscaal voorgeschreven ketelmuziek. Inderdaad, ook ik vraag me soms wel eens af waarom ik iets zit te doen, wat het nut ervan is en ik trek mijn wenkbrauwen soms op als ik dat dan ook nog moet factureren ook.
Ik kan vele voorbeelden uit mijn dagelijkse werk noemen, maar dat ga ik maar niet doen; het helpt toch niks. Een mooi nog komend voorbeeld is wat deze week op mijn voorpagina staat: de komende wet VBAR. Een ander voorbeeld zijn de komende ViDA-maatregelen (VAT in the Digital Age), VAT staat dus voor Btw (of eigenlijk: Omzetbelasting) want het moet natuurlijk allemaal weer in het Engels (later nog even opzoeken hoe de Fransen en Duitsers dat noemen, of de Belgen).
Laat deze zin over zaken doen over de grens bijvoorbeeld even tot je doordringen: “Binnen tien werkdagen moeten leveranciers en dienstverleners data van de facturen rapporteren bij de fiscus. De afnemer moet dat eveneens doen nadat hij de factuur heeft ontvangen. Hij heeft daarvoor vijf dagen de tijd. Zo kunnen de fiscale autoriteiten mismatches traceren”. Een geweldig idee, toch?
Deels gebeurt dat nu overigens natuurlijk al: lever je (Btw verlegd) aan een afnemer in een ander EU-land dan moet je dat aangeven (ICP) en dat levert nu soms al een hoop extra werk op.