Het is als een stiekeme verkoudheid waar je vaak niet direct iets van merkt, maar die de energie wel langzaam uit je lijf trekt: inflatie. Anders opgeschreven: alles wordt duurder. Op zich is er economisch niet zoveel mis met inflatie, het is het gevolg van een gezonde spanning tussen vraag en aanbod; een procentje of 2 inflatie per jaar wordt door veel economen als een gezond teken van gezonde economische groei gezien.
Die 2% inflatie is dan ook het streven van overheden en centrale banken. Alleen wil dat niet zo lukken de laatste jaren, zoals wij allemaal in onze portemonnee bankrekening gemerkt hebben. Toch? In 5 jaar tijd ongeveer 25% inflatie dus, een kleine 15% teveel dus. Oei & auw!
Bij dat cijfer past wel een kanttekening, twee zelfs. Hoe dat cijfer berekend wordt is niet onomstreden omdat er -naast het gewoon verzamelen van gegevens- ook interpretaties, aannames en aanpassingen in zitten. Aan de andere kant: we hebben geen betere meetmethode, dus we zullen het ermee moeten doen. Tweede kanttekening: het is een algemeen -en dus gemiddeld- cijfer dat niet op iedereen direct van toepassing is. Wie bijvoorbeeld huurt en rookt zal hoger uitkomen, huiseigenaren en niet-rokers lager.
Desalniettemin: gemiddeld dus zo ’n 5% per jaar sinds 2020, voor 2024 wordt 4% verwacht. (P.M. De grote stijging van de huizenprijzen valt dan dus wel weer mee, of beter: loopt redelijk in de pas met die inflatie).
Nog eens goed kijken naar je inkomsten en uitgaven kan geen kwaad, inflatie is toch een sluipend proces dat langzaamaan je besteedbare inkomen wegvreet.