Voorstel wet (schijn-)zelfstandigheid naar de Raad van State

Toch bijzonder, zo ’n ‘demissionaire’ regering. Die mogen (als ik het allemaal goed begrijp) alleen ‘op de winkel passen’, maar in hun laatste dagen regelen ze nog van alles en nog wat en dat ‘van alles’ had best nog wel even kunnen wachten op de nieuwe regering. Maar goed, ik zal het wel niet goed snappen dan.
Afgelopen week stuurde die regering het (wat aangepaste) wetsontwerp Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) voor advies naar de Raad van State.

Een beetje snappen doe ik die haast dan ook wel weer, die wet moet eind 2024 klaar zijn omdat vanaf 2025 de overheid weer wil gaan ‘handhaven’ en dan moeten er natuurlijk wel regels zijn om te handhaven. Een belangrijke(re) rol in de VBAR gaat het uurtarief spelen: een te laag uurtarief kan een rechtsvermoeden van werknemerschap geven, met alle gedoe van dien (het zoemt in mijn vakgebied inmiddels overigens al van mogelijke ‘oplossingen’ voor deze wettelijke beperking, we gaan het allemaal zien).
Een zwaarwegende factor in deze hele operatie is dat de overheid met lede ogen aanziet dat er steeds meer kleine zelfstandigen komen waarvan je je inderdaad soms/nogaleens (*) kunt afvragen hoe zelfstandig die wel zijn.
De discussie daarover barst inmiddels ook al weer een beetje los, zoals hier te lezen (een mooie woordgrap trouwens: vrije vogels versus vogelvrijen).
Anyway: de klok tikt, vanaf 01 januari 2025 wordt het allemaal anders.
Als de nieuwe regering dat ook wil dan. Maar die nieuwe regering heeft (belasting-)geld nodig, veel geld, die zullen zich dit dikke varkentje niet laten ontlopen. En bovendien ….. (tja).