Huis kopen in de 21e eeuw: de Familiebank

Ouders die hun kinderen helpen: het is van alle tijden. Ouders die hun kinderen helpen bij het kopen van een eigen huis: het is van alle tijden. Ouders die dat doen via een ‘familiebank’: dat is 21e eeuws. Waarom dat laatste? Omdat de overheid dat feitelijk stimuleert via een combinatie van fiscale regels. Dat stimuleren zal de bedoeling (misschien?) niet zijn geweest, het werkt vaak wel zo uit.

Ik las dat in 2020 zo ’n 645.000 huishoudens gebruik maken van een privé- of familiehypotheek, de totale waarde van al die leningen was ongeveer 70 miljard, zo ’n 10% van de totale hypothecaire schuld. Het gaat dus allang niet meer om peanuts. Huishoudens met een vorm van familielening hebben gemiddeld ook hogere hypotheekschulden (+ € 100.000 en dus vaak ook hogere hypotheekrente-aftrek) en een duurder huis (gemiddeld € 376.000 versus € 326.000 voor degenen zonder familiaire leningen). Met dus – volgens de Nederlandse Bank – ook als gevolg: prijsopdrijving. Tja, wat moet je anders dan?