Het gaat maar door met de ontwikkelingen in/voor Box 3, ook afgelopen week.
StasFin van Rij maakte officieel bekend dat iedereen een beroep kan doen op een nog komende uitspraak van de Hoge Raad over de aanslagen 2017-2020, dus ook degenen die geen bezwaar hebben gemaakt. Over wat wel/niet te doen met de nu komende aanslagen 2021 (en 2022 inmiddels ook) is nog niet alles duidelijk (genoeg), dus dat betekent: voor alle zekerheid dan toch maar bezwaar tegen de eigen aangifte maken als daar een belastbaar effect in Box 3 in zit.
Inmiddels is ook al wel duidelijk wat de regering doet met de tussenperiode: 2021 – 2025 (vanaf 2026 komt er een geheel nieuw heffingssysteem voor vermogen in Box 3). Er komt (of eigenlijk: er is al) een verhoogde vrijstelling. Daarnaast zijn er nu drie categorieën voor het berekenen van het belastbare rendement: spaargeld (met een (vooralsnog) heel laag rendement, andere bezittingen met een heel hoog fiscaal rendement (6,17% in 2022!!!) en een weer lage rente op schulden. Wie dus bijvoorbeeld een 2e huis(je) heeft (belast met 6,17%), gefinancierd met een hypotheek (rente aftrekbaar tegen een laag percentage, ruim 2%) is dus de pineut, althans fiscaal. Datzelfde geldt dus ook voor mensen die met geleend geld aandelen (of bitcoins e.d.) hebben gekocht. Een enorm drama is het allemaal nou ook weer niet als het niet om enorme vermogens gaat, maar sommigen onder ons zijn dus wel jaarlijks een paar duizend Euro extra aan belastingen kwijt en anderen (met alleen spaargeld) spinnen hier weer garen bij.
En dan: wat vanaf (waarschijnlijk) 2026?
De 2e kamer wil dat er belasting geheven gaat worden over het feitelijk behaalde rendement, wel zo ‘eerlijk’ toch? Dat was de regering ook van plan te gaan doen, maar inmiddels zijn ze er daar achter aan het komen dat dat nog niet zo makkelijk is. Want wat is dat rendement dan precies? En hoe controleer je dat, als Belastingdienst zijnde? En kunnen de systemen van de Belastingdienst zoiets wel aan? Moeilijk, (te) moeilijk dus allemaal. Dus denkt de StasFin voorlopig aan (toch weer) een forfaitair systeem (zoals nu dus), maar dan met meer categorieën dan nu (drie dus) waardoor er per categorie een afzonderlijk (gemiddeld) rendement gebruikt kan gaan worden. Hoe zich dat dan weer verhoudt tot het uitgangspunt dat het werkelijk behaalde rendement belast moet gaan worden: geen idee hier.