In de schaduw van alle crises van de laatste jaren is Den Haag bezig met een enorme operatie die ruim 10 miljoen mensen raakt: de hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel, althans de 2e pijler daarvan: de bedrijfstak pensioenfondsen. In die fondsen zit zo ’n 1.500 miljard Euro, opgebracht door werknemers en werkgevers en bestemd voor (toekomstige) pensioengerechtigden. De afgelopen decennia is er her en der wel gesleuteld aan de regels, maar nooit (afgezien van het vervangen van het laatstverdiende loon door het middelloon) heel principieel: het uit de jaren ’50/’60 stammende stelsel is onder al dat kleine sleutelwerk nog steeds goed te zien. Dat moet beter, anders. Vindt Den Haag.
Een korte samenvatting van het Nederlandse pensioenstelsel. Dat bestaat al sinds tijden uit 3 pijlers.
De eerste pijler is de AOW. (Bijna) iedere Nederlander heeft daar aanspraak op en de uitkeringen worden betaald uit de gezamenlijke belastingpot (omslagstelsel, heet dat: nu werkende kinderen betalen dus premie voor ouderen) en geheven via de ‘premie AOW’ op lonen, uitkeringen en ondernemerswinsten; de premie is nu 17,9% van het bruto inkomen. Best veel, eigenlijk.
De tweede pijler zijn de bedrijfstakpensioenfondsen. Daar zijn er dus zo ’n 200 van en deelname is voor werkgevers en werknemers verplicht. Zij innen de premies bij werkgevers, houden de boekhouding bij, proberen een goed rendement te halen en betalen uiteindelijk de pensioengerechtigden uit.
De derde pijler zijn de particuliere oudedagsvoorzieningen; mensen (vaak ondernemers) die zelf hun premie betalen aan een (meestal private) verzekeraar en dat opgespaarde geld later als uitkering weer terugkrijgen. Denk aan lijfrentes, banksparen en dergelijke.
De nieuwe pensioenregels waren eerst vooral gericht op de tweede pijler, maar Den Haag zou Den Haag niet zijn als ze daar niet ook bedachten dat als ze toch bezig zijn…… Gelukkig gaan ze -blijkbaar- toch nog even nader nadenken….. Vooral doen ja!