De Btw (of omzetbelasting, ook goed – beter zelfs) is in de praktijk de ‘makkelijkste’ belasting om de kluit (i.c. de overheid) mee te belazeren. In de eerste plaats omdat er in die belastingheffing heel veel geld omgaat (begroting 2021: ruim 58 miljard) en in de tweede plaats omdat de heffing zelf behoorlijk ingewikkeld in elkaar steekt, zeker als het om internationale handel gaat.
Dat laatste weet (bijna) iedere ondernemer: de noodzakelijke formaliteiten zijn taai, ingewikkeld, tijdrovend en niet altijd even logisch. Een paar weken geleden deed de Hoge Raad een interessante en leerzame uitspraak over zo ’n fraudegeval. Een nogal complex geval overigens waar ik niet al te diep op in wil gaan hier (maar als je nieuwsgierig bent: lees vooral het artikel onder de link voor een inkijkje in het fiscale land). Waar het mij hier vooral om gaat is wat je als ondernemer zelf moet doen om te voorkomen dat je in zo ’n fraudecarrousel terecht komt. Veel, zo blijkt. Maar het moet ook wel redelijk blijven: een ondernemer hoeft geen fiscaal/financiële rechercheur te zijn, daar hebben de meeste ondernemers ook de middelen niet voor. In het artikel staan wel de nodige tips voor wat je als ondernemer zelf moet doen en wat je ook zelf kunt doen. Met ‘Ik wist het niet’ kom je in ieder geval niet ver. Ter leringh dus, voor het bijbehorende vermaeck doe ik hier een liedje bij.