Dat het qua financiën weer goed (of zelfs beter) met ons gaat wordt ons van vele kanten steeds maar weer verteld (en voorgerekend ook) de laatste jaren, zeker sinds het einde van de financiële crisis (ongeveer 2013/2014). En toch is er onvrede, wordt er geklaagd. Hoe zit dat nou?
Helaas, dat weet ik ook niet. Want wat is ‘goed, beter?’. Als ik mijn economische pet even opzet dan gaat het dus over ‘welvaart’ en dat begrip is het makkelijkste (en tegelijk ook erg kort door de bocht) te beschrijven als de financiële ruimte die je over hebt nadat je alle onontkoombare uitgaven hebt gedaan. Heb je geld over voor (extra) vakantie, leuke dingen in huis, sparen voor een nieuwe auto, wat je maar leuk vindt.
De rekenaars van de ING hebben afgelopen week een mooi rapport hierover geschreven. Hun conclusie kort samengevat: we verdienen inderdaad de laatste jaren wel weer wat meer, maar die onontkoombare uitgaven (kosten voor basisbehoeften) stegen sneller.
Dus de inkomsten stegen wel, maar de uitgaven stegen meer.
En dus – is mijn conclusie – daalde onze welvaart inderdaad. Oei!
En update 15 april: ook de Raad van State maakt zich zorgen. Oei Oei!