De (of beter hier: een) rechter heeft een best wel spannende uitspraak gedaan in een zaak waarin een vrouw meent recht te hebben op een AOW-uitkering vanaf 65 jaar en dus niet (zoals wettelijk voorgeschreven in haar geval) vanaf haar 67e jaar.
Het is wel een speciaal geval, die vrouw (met alle respect natuurlijk), maar toch. Het gaat om iemand die al was gestopt met werken en met haar ex-werkgever (of uitkerende instantie, dat lees ik zo snel niet) een regeling had getroffen tot haar 65e jaar, tot aan de ‘oude’ AOW dus. En toen legde de regering de AOW-finishlijn ineens 2 jaar verderop en mevrouw stond naar een gapende financiële kloof te kijken tussen haarzelf en die AOW-finishlijn. De rechter vond dat zij aanspraak kan maken op AOW vanaf haar 65e: het gevolg van de nieuwe regels was voor mevrouw “buitenproportioneel”. Zo!
Er komt vast nog hoger beroep en de uitspraak werkt zeker niet zomaar voor iedereen, maar er zit misschien een gat in de dijk. Hoop doet leven, toch?