Sinds de invoering (2005 dacht ik?) is er al ‘gedoe’ over de VAR en sinds 2011 wordt er dus naarstig aan een oplossing gesleuteld. Die oplossing lijkt er nu te komen, ingaande 2016 is het plan. Voor degenen onder jullie die alle details willen weten: de brief van StasFin Wiebes waarin het plan uit de doeken wordt gedaan.
Moet ik dat nou echt allemaal weten (denken jullie vast)? Ja, dat moet. Of het is op zijn minst erg handig. Wie hier (te) weinig over weet, onderaan dit artikel leg ik het belang in detail uit: een ‘foutje’ of te goedgelovig zijn kan een dure grap worden. Opletten dus! Deze kwestie is als een tijger: opgesloten in een stevig en goed georganiseerde kooi heel mooi, hongerig en vrij op straat levensgevaarlijk.
Nieuw vanaf 2016: modelovereenkomsten
Alle VAR’s (dat wil dus zeggen VAR-Wuo, VAR-Dga, VAR-Row) vervallen per 01-01-2016. Daarvoor in de plaats komt een overeenkomst tussen de ondernemer (onderneming) die iemand inhuurt voor een klus en die ingehuurde ondernemer (onderneming). Er wordt momenteel gewerkt aan (ongeveer) 40 branche gebonden modelovereenkomsten waarmee het allemaal makkelijker en overzichtelijker moet gaan worden. En natuurlijk ook beter controleerbaar door de Belastingdienst, maar dat staat alleen maar tussen de regels in de brief van de StasFin.
Samen beoordelen & vastleggen
De opdrachtgever en de opdrachtnemer moeten samen (met behulp van één van die modelovereenkomsten, die de Belastingdienst zelf maakt) gaan afspreken en opschrijven wat ze van plan zijn te gaan doen en hoe ze dat gaan doen. Die overeenkomst moet dan voorgelegd worden aan de Belastingdienst ter beoordeling. Die beoordeling wordt door de Belastingdienst schriftelijk afgegeven en geeft zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer zekerheid over de financiële en fiscale gevolgen (zoals de VAR voorheen dat deed). Tenminste (en dat is nieuw): als bij controle blijkt dat men zich ook feitelijk zo gedragen heeft als in de overeenkomst was opgeschreven. Is dat niet zo heeft de Belastingdienst het recht alsnog, en met terugwerkende kracht, anders te oordelen en er (bijvoorbeeld) alsnog een loondienstbetrekking van de te maken en loonbelasting en premies na te heffen.
Vragen
De eerste vraag die dan opkomt: moet er voor iedere (nieuwe) klus weer een overeenkomst worden gemaakt en ter beoordeling ingediend? Dat is niet het plan, het plan is dat de overeenkomst vijf jaar geldig blijft. Maar anders dan bij de huidige VAR (die voor alle klussen en alle opdrachtgevers geldt) dus alleen tussen die specifieke opdrachtgever en die specifieke opdrachtnemer en voor (ongeveer) hetzelfde soort werk in (ongeveer) dezelfde situatie. Verandert er ergens iets moet er een nieuwe overeenkomst worden gemaakt en voorgelegd.
Tweede vraag: geeft een ‘goedgekeurde overeenkomst’ de opdrachtnemer zekerheid over zijn/haar fiscale status (van ondernemer dus)? Nee! Op zich ook wel logisch, want die fiscale status hangt natuurlijk niet alleen van die ene klus af.
Derde vraag: op basis van welke criteria beoordeelt de Belastingdienst een ingestuurde overeenkomst? Tja, dat is een lastige…, al was het alleen maar omdat dat ook nu al een ‘probleem’ is: is het een ‘echte’ ondernemersklus die door een ‘ondernemer’ wordt gedaan, of niet. De voorganger van het UWV (het GAK) hanteerde een lijst van 26 criteria om ‘ondernemerschap’ te beoordelen. Een deel van die 26 criteria zie je nu terug in de nu nog geldende aanvraag voor een VAR-verklaring. Het zal er wel op gaan neerkomen dat je je precies aan de teksten van de modelovereenkomst moet gaan houden wil je een kans maken op een positieve beoordeling en daarmee stelt de Belastingdienst de lijnen van het speelveld vast. Dat geeft aan de ene kant duidelijkheid, aan de andere kant ongetwijfeld talloze problemen.
Het publiceren van de modelovereenkomsten staat op de agenda voor (vlak) na de zomervakantie. Dan kan alles en iedereen het nog geregeld krijgen vóór 01-01-2016. Werk aan de winkel dus straks, ook voor de Belastingdienst!
Als dat maar goed gaat!
VAR?
Even een stapje terug: wat is een VAR? En waarom is die belangrijk?
Als je als ondernemer (als ondernemer dus, niet als privépersoon) iemand inhuurt om een klus (specifieker: een dienst, voor het kopen van ‘dingen’ geldt dit hele verhaal niet) voor je te doen gaat de Nederlandse wetgeving er eigenlijk van uit dat die iemand bij je in loondienst is, met dus alle navenante administratieve, juridische en fiscale rompslomp van dien (loonadministratie, inhouding en afdracht van Loonheffing en premies UWV, WKR, Arbo, loondoorbetaling bij ziekte, ontslagwetgeving, ……..). Als die iemand een andere ondernemer is, is dat allemaal niet van toepassing en kan het dus ‘gewoon’ via een factuur.
Maar waaraan herken je een ondernemer?
Rode stipjes hebben we als ondernemers niet op ons voorhoofd, een ‘ondernemerspaspoort’ bestaat ook niet. Dat iemand zegt dat ‘ie ondernemer is is dat niet genoeg. Dat ‘ie je een factuur stuurt ook niet en dat ‘ie een Btw-nummer of KvK-nummer heeft ook niet. Waarom niet? Omdat een Btw- of KvK-nummer niets zegt over de fiscale status van iemand, nog los van situaties waarin iemand die nummers zelf maar bedacht heeft. Waaraan herken je dan een ‘echte’ ondernemer en waaraan herken je een klus die je door een collega-ondernemer ‘fiscaal veilig’ kunt laten doen? Tja.
Zaakjes niet goed (genoeg) op orde? Dan wordt het dus (met terugwerkende kracht) misschien alsnog een loondienstverhouding. Auw!
Ingewikkelde materie, dat uitbesteden van klussen. Daar zijn al hele bibliotheken aan vakliteratuur en jurisprudentie over volgeschreven en heel vervelende (en vooral dure) kwesties uit voortgekomen.
Sinds jaren bestaat er de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie), een door de Belastingdienst verstrekte verklaring dat iemand ‘ondernemer’ is en er dus geen loondienst kan zijn. Voor de volledigheid: die zekerheid wordt alleen gegeven door een VAR-WUO (Winst Uit Onderneming) of VAR-Dga (voor een ondernemer die via een B.V. werkt). Als de Belastingdienst twijfelt krijgt een ‘ondernemer’ een VAR-ROW en daar heb je als opdrachtgever eigenlijk helemaal niets aan. Formeel kan er met een ROW nog steeds sprake zijn van een fiscale B2B-relatie, maar bij een controle sta ja dan (zacht gezegd) niet erg sterk.
Probleem is al sinds het bedenken van die VAR dat de Belastingdienst alleen kijkt (en alleen kan kijken) naar wat de aanvrager op het aanvraagformulier invult en naar de gegevens die de Belastingdienst over die ondernemer heeft. Soms zegt dat veel, soms weinig. Bij het invullen van het formulier voor de aanvraag van een VAR kan makkelijk richting ‘ondernemerschap’ gestuurd worden. Ik zelf zie ook wel eens VAR-verklaringen langskomen waarbij ik me achter de oren krab.