Nieuwe subsidieregeling: ‘Meer uren werkt’

We hebben in NL een probleem op de arbeidsmarkt: de hoeveelheid werk die er ligt is (veel) groter dan het aantal mensen die dat werk kunnen en/of willen doen, dat is geen nieuws. Ook geen nieuws: een belangrijke factor daarin is het gegeven dat er in NL veel parttime gewerkt wordt, meer in ieder geval dan in vele andere landen. Als je het aantal mensen dat kan en/of wil werken niet snel veel groter kunt maken, kun je natuurlijk ook proberen de mensen die wel werken meer uren te laten werken. Toch?

Dat meer werken is het idee achter een nieuwe subsidieregeling die vanaf 01 januari 2025 bestaat: ‘Meer uren werkt‘. Ik heb niet de hele regeling doorgelezen, ze hebben het (weer) voor elkaar gekregen om er 78 bladzijden tekst van te maken en ik heb wel wat beters te doen. Ik begrijp wel dat de subsidieregeling alleen bedoeld is voor de sectoren onderwijs, kinderopvang en zorg & welzijn, dus het ‘gewone’ bedrijfsleven mag er blijkbaar wel aan meebetalen, maar ervan profiteren niet. Bijzonder weer.
Snel door de regeling bladerend zie ik ook dat er geld beschikbaar is voor onderzoek, overleg en bijzondere situaties (zoals mantel zorgende werknemers). Veel mensen die wat weten van de arbeidsmarkt klagen al jaren over het feit dat het fiscaal vaak niet loont om meer te gaan werken: de marginale belastingdruk is hoog en de eventuele toeslagen dalen heel snel bij meer gaan werken en mensen kunnen tegenwoordig heel goed rekenen: wat heeft het immers voor zin om meer te gaan verdienen als je dat meerdere vervolgens in zijn geheel (of grotendeels) aan de overheid moet afstaan. Ik heb in de nieuwe regeling nog even gezocht naar een oplossing voor die kwestie, maar ik vond ‘m niet.

(Schijn-)zelfstandigheid: Belastingdienst maakt haar kader bekend

Na het MinSoZa (zie eerder op dit weblog) heeft nu ook de Belastingdienst haar uitgangspunten (het ‘beslis- en afwegingskader’) voor de handhaving vanaf 01 januari 2025 bekend gemaakt, zie hier. Echt veel nieuws staat daar ook niet in, maar men heeft wel erg de best gedaan om het kort en helder op te schrijven. Nadeel daarvan is dan wel weer dat er geen ruimte is voor de echt ingewikkelde gevallen (en dat zijn er nogal wat), dat wordt dan aan de ‘praktijk’ (en dus uiteindelijk de rechterlijke macht) overgelaten.

Mooie vondst ook ‘holistische toets’, wie dat begrip opzoekt begrijpt hoe ingewikkeld we het met z ’n allen inmiddels gemaakt hebben. De overheid gaat ons ook verder helpen met een tweetal webinars (beide op 14 november) over deze hele materie: eentje voor de opdrachtgevers/werkgevers en eentje voor de opdrachtnemers/werknemers. Doe er je voordeel mee en (advies) bekijk ook vooral ook het andere webinar, niet alleen het webinar dat op jouw situatie van toepassing is. Leerzaam. Bedenk tegelijk ook: dit zijn de standpunten van de Belastingdienst nu en die Belastingdienst blijkt achteraf ook niet altijd gelijk te krijgen.
De eerder genoemde praktijk begint inmiddels al te bewegen: de PO-Raad stelt vast dat veel ‘zzp-docenten’ feitelijk schijnzelfstandigen zijn. En achhejeetje…. en tja…..

Problemen tussen banken – verenigingen & stichtingen

Het speelt al (veel) langer en het wil blijkbaar maar niet opgelost worden: de zware taak die banken (en verzekeraars) van onze overheid opgelegd hebben gekregen om als ‘oom agent’ alles en iedereen in de gaten te houden; uitkijken naar boeven (en vooral hun witwassers), terroristen en ander gespuis.

Want hoe doe je zoiets? Daar sta je dan als bank, voor een gigantische hoeveelheid financiële data en daar zit dan mogelijk ergens iets in verstopt. Inderdaad, ik hoor je denken: de naald in de hooiberg. Met welke boodschap stuur je je geheel geautomatiseerde robotjes die stapel data in? En wat doe je als die robotjes met iets terugkomen: gelijk ingrijpen of eerst zelf kijken? Ik begrijp dat er inmiddels ruim 20.000 mensen binnen de banken bezig zijn met dit werk en dan nog ontstaan er blijkbaar veel problemen.
Big Brother = Watching You, sort of.
Hou vol. Meer kan ik er helaas ook niet van maken. En bedenk: het zijn niet de banken die dit willen.

Nieuwe zelftest voor zzp ‘ers

De Belastingdienst gaat voorlopig gewoon door met ons allen mede te delen dat het vanaf 01 januari 2025 is afgelopen met het ‘vrijheidblijheidbeleid‘ handhavingsmoratorium, vanaf 01 januari wordt er opgetreden tegem schijnzelfstandigen.
Hoe en waar precies weten we nog niet, maar er wordt opgetreden.

Wat we al wel kunnen zien is het toenemen van informatie over deze kwestie. Mooi voorbeeld daarvan vind je hier, een infosite van het MinSoZa over de kwestie. Met best handige, maar helaas soms incomplete en wat discutabele, voorbeelden (daar moet je wel even voor doorklikken), maar vooral ook met een zelftest! Modern en hip! Een zelftest die met 10 vragen antwoord geeft op de vraag waar je als zelfstandig ondernemer staat ten opzichte van je werkgever opdrachtgever en -zo je wilt- ook andersom natuurlijk. Met 10 vragen, dat gaat dus niet helemaal goed want zo simpel is het natuurlijk allemaal nou ook weer niet. Maar niet getreurd: ondanks deze problemen is deze site toch een aardig startpunt voor jouw queeste naar de werkelijkheid in het algemeen en jouw queeste naar jouw werkelijkheid in het bijzonder. Blijf onderweg wel goed letten op struikrovers, onheilspredikers en valse profeten.
Met van mijn kant een mooi liedje erbij voor tijdens het invullen en nalezen.

Box3: Belastingdienst heeft een plan (van aanpak)

Na al het gehannes van de afgelopen jaren begint er lijn te komen in hoe de Belastingdienst het juridische achterstallig onderhoud (ook wel ‘rechtsherstel’ geheten) gaat aanpakken en die aanpak begint met een brief aan de geachte belastingbetalers met Box3-vermogen in hun aangiften. Rond deze tijd wordt die brief verstuurd en dat duurt wel even: het zijn zo ’n 2,6 miljoen brieven. Iedereen met vermogen in Box3 krijgt die brief, ook al levert de nieuwe berekening geen voordeel op; de Belastingdienst kan dat immers niet weten omdat ze de gegevens daarvoor niet heeft.

Ik heb overigens allang gezien dat niet voor iedereen de nieuwe berekeningsmethode gunstiger is dan de oude. Dus eerst even (laten) rekenen voordat je in de bezwaarhouding schiet! Verzamel zo nodig wel alle noodzakelijke informatie, zoals de stijgingen (of – dalingen) van de waarde van je aandelenbezit of je onroerende zaken (anders dan je eigen woning, die telt niet mee). Vanaf 2020 dus ook nog eens!

Een korte uitleg van de aanpak vind je onder andere hier, inclusief (onderaan het artikel, pdf) een factsheet voor nadere uitleg. Heel simpel samengevat hebben we dus nu twee systemen die naast elkaar blijven lopen tot (waarschijnlijk) 2027 als de nieuwe wetgeving rond is. Het oude systeem gaat uit van (de oude) forfaitair vastgestelde rendementen waarop de belastingheffing wordt gebaseerd, het nieuwe systeem gaat uit van de werkelijk behaalde rendementen. Als belastingplichtige mag je dan kiezen uit die twee systemen. Doe je niets dan is het oude berekeningssysteem van toepassing. Vind je dat je werkelijke rendement lager is dan dat forfaitaire oude systeem dan moet je dat zelf aantonen via een opgave die halverwege 2025 beschikbaar komt.
Dat wordt nog wel een lastig rekensommetje, dat aantonen. Ook al omdat het daarvoor nodige cijferwerk niet altijd (makkelijk) beschikbaar is.

Emigreren? Bij de grens dan wel even afrekenen

Een nieuw plan van de 2e Kamer, of althans een deel(tje) van de 2e Kamer (VOLT en CU): als een Nederlander definitief emigreert naar een ander land dan moet er aan de grens wel even afgerekend worden. Want: “.. dat in mensen die in Nederland zijn opgegroeid veel publieke middelen zijn geïnvesteerd, en dat het om die reden redelijk is om van je verdiensten wat bij te dragen aan de publieke zaak”. Dus: “er een maatregel is die emigratie om belastingredenen tegen kan gaan, namelijk de inwonerschapsfictie voor inkomstenbelasting na emigratie, oftewel de exitheffing”.

Dus je wilt -met al je geld in de pocket natuurlijk- verkassen naar een fiscaal wat vriendelijker land? Of gewoon naar een ander land? Dan komt de overheid eerst even afrekenen over wat je die overheid gedurende je leven gekost heeft (grappig trouwens dat die grenzen dan ineens wel blijken te bestaan, en gehandhaafd, bewaakt ook). Ik vraag me overigens dan gelijk ook af wat er gebeurt als je gedurende je leven in Nederland meer opgebracht hebt dan gekost, voor diezelfde overheid. Krijg je dan geld mee als je emigreert?
Emigreren naar Frankrijk is trouwens misschien nu even wat minder handig las ik.
Mooi Liedje voor het wachten bij de kassa aan de grens.

Het zzp-theater, 3e acte

En het bleef maar onrustig op het toneel (samenvatting voorgaande actes). Afgelopen week werd via aangenomen moties iets meer duidelijk wat de 2e Kamer bedoelt met een ‘zachte landing’ (wat ik al eerder hier opschreef: kalm aan, dan breekt het lijntje niet).
Alleen, wat het dan wel wordt? Geen idee, nog. Hoewel.

Interessant is wel de tekst van de 2e motie: “in de handhaving coulant omgaan met onbewust onbekwame zelfstandigen…” Onbewust onbekwaam, wie wil die nou een klus laten doen? Maar goed. Relevant is dan wel weer dat “reeds goedgekeurde modelovereenkomsten effectief van kracht .. blijven”. Let wel: dit zijn aangenomen moties, of het ook zo gaat straks?
Ik vond wel een interessante analyse van juristen over wanneer iemand nou wel/niet zelfstandig ondernemer is, doe er je voordeel mee. Want één ding is inmiddels al lang zeker: als de vrijheid om te doen en te laten wat je wilt een belangrijke pijler onder je zakelijke verdienmodel is dan heb je echt een probleem.
In paniek raken? Nee. Gaan handelen? Ja.

Schijnzelfstandigheid, 2e kamer wil ‘kalmpjes aan’

De dreigende ineenstorting van ondernemend Nederland lijkt te zijn afgewend, de 2e kamer maant tot kalmte, rust en regelmaat meer tijd. Nadat de regering al aankondigde niet gelijk met bijlen en zwaarden boetes door het land te gaan trekken om al die kwaadwillende ondernemers aan te pakken, wil nu ook de 2e Kamer dat de afschaffing van het handhavingsmoratorium niet op stel en sprong per 01 januari a.s. helemaal ingaat.

Tenminste, als de moties daarvoor uit het debat deze week ook worden aangenomen – in deze bijzondere politieke tijden weet je dat immers maar nooit. Er kwamen de afgelopen weken ook wel erg veel signalen dat zo ’n drastisch omgooien van het roer na 9 jaar ‘gedogen’ en wegkijken tot paniekerige reacties en nogal wat economische schade zouden leiden. Plus natuurlijk de vraag of de de handhaven regels (DBA) eigenlijk wel realistisch zijn, de discussie daarover is eigenlijk nooit goed afgerond.
Bedenk: het gaat dus nog steeds over het aanpakken van schijnzelfstandigheid, niet om het fiscaal executeren van alle kleine zelfstandigen. Tenminste, dat is de bedoeling. En de belangrijkste vraag blijft dus hangen: Wat is precies de definitie van schijnzelfstandigheid?

Box3, de mist trekt op

Langzaamaan komt er steeds meer duidelijkheid over hoe de overheid de Hoge Raad de belastingheffing over privévermogen in Box 3 wil gaan regelen. De afgelopen week verschenen er weer een aantal belangrijke uitspraken waarmee het cirkeltje nu wel bijna rond is. Wat de Belastingdienst afgelopen week overigens ook bekend maakte was dat zij niet voor 2028 in staat is om (geautomatiseerd) met de nieuwe regels te werken, dus tot en met 2027 blijven we fröbelen met het materiaal dat we hebben.

Nog eens even kort samenvatten. Eind 2021 verklaarde de Hoge Raad de tot dan toe geldende belastingwetgeving illegaal, met terugwerkende kracht. Zo ’n half jaar later kwam de regering met aangepaste regels (het ‘rechtsherstel’) in een poging het tij nog te keren en de belastingplichtigen mochten tussen het oude en dit nieuwe systeem kiezen. Alleen: beide systemen waren gebaseerd op (een soort van) forfaitaire berekening en juist dat mocht van de Hoge Raad niet, alleen belasting heffen op werkelijk behaald rendement was in overeenstemming met de Europese wetgeving. Dus verplaatste de discussie zich naar wat ‘werkelijk rendement’ nou precies is en hoe je dat dan uitrekent. De laatste uitspraken van de Hoge Raad gingen juist daarover.

Dat rente op spaargeld, dividend op aandelen of ontvangen huur van een verhuurd eigendom belast rendement is, is al wel duidelijk. Maar is bijvoorbeeld waardestijging van aandelen (of een 2e huis, al dan niet verhuurd) zonder dat er verkocht is een belaste waardestijging (de ongerealiseerde rendementen)? Ja dus. In januari aandelen gekocht voor € 10.000 en die in september verkocht voor € 12.000 is dus € 2.000 gerealiseerd belast rendement en datzelfde geldt als die aandelen op 01 januari in eigendom waren en op 31 december nog steeds, alleen is dat dan ongerealiseerd rendement – desalniettemin belast. Een verhuurd huisje in eigendom? Dan is natuurlijk de ontvangen huur belast, maar ook de waardestijging in het belastingjaar (volgens de WOZ).
Tweede kwestie: mogen er beheerskosten worden afgetrokken van dat fiscale rendement? Nee.
Wel aftrekbaar is de rente op leningen die zijn aangegaan voor dat bezit.
Derde kwestie: wanneer wordt het fiscale rendement behaald? Op het moment dat het ontvangen wordt. Banken schrijven de rente over het jaar ervoor nogal eens bij op 01 januari van het jaar daarna, dan is die rente als rendement dus belast in het fiscale jaar waar die 01 januari in valt. Idem met dividend, huur, etc.
Vierde kwestie: wat te doen met verliezen, waardedalingen? Die zijn in het fiscale jaar waarin ze ontstaan verrekenbaar met positieve rendementen in dat jaar, maar gaan niet mee naar de toekomst, noch zijn ze verrekenbaar met rendementen uit het verleden. Dus wel verliezen, maar geen ander positief rendement? Jammer dan.

Al deze zaken zijn dus (heel) anders dan wat de Belastingdienst nu doet, terwijl het dus eigenlijk wel zo zou moeten. Wie daar nadeel van ondervindt (bij wie het werkelijke rendement dus lager is dan het forfaitaire) kan bezwaar maken tegen de aanslag, een beroep doen op de uitspraak van de Hoge Raad en dan zal door Belastingdienst een lagere aanslag worden opgelegd. Met wel een addertje onder het gras: dat dat rendement lager is moet wel bewezen worden, het zogenaamde tegenbewijs, en dat moet de belastingplichtige zelf (laten) doen.
De Belastingdienst is nu bezig voor die tegenbewijslevering een formulier te ontwikkelen (OWR, Opgave Werkelijk Rendement) en dat formulier komt waarschijnlijk rond juni 2025 beschikbaar. Voor de fiscale jaren 2019 en 2020 moet alleen wel voor eind 2024 bezwaar gemaakt worden om te voorkomen dat die aanslagen verjaren (5 jaar). Aanslagen 2021 en later zijn door de Belastingdienst niet behandeld als daar Box3-vermogen in zat, anders dan spaargelden; de Belastingdienst gaat nu beginnen die aanslagen ook definitief af te wikkelen.
Dat wordt dus……. rekenen!

Jacht op schijnzelfstandigen, of gaan we weer gedogen?

Zoals ik hier 2 weken geleden al opschreef: ophef! De overheid (c.q. de Belastingdienst) komt in actie! Dat gaat vast ook gebeuren, maar wel op zijn Nederlands: ‘via een zachte landing en dus geen ‘hysterische jacht’. Vooralsnog dan. Het was nog even afwachten hoe de nieuwe regering met de hele kwestie om zou gaan, het lijkt er nu op dat de plannen van de oude regering gewoon doorgaan, maar dan langzaam – om het lijntje niet te laten breken.

Het jaar 2025 lijkt een overgangsjaar te worden waarin de schijnzelfstandigen er boetevrij vanaf komen en de opdrachtgevers werkgevers niet gelijk met torenhoge boetes onderuit gehaald gaan worden, tenminste, wie zich van zijn goede kant laat zien. In de tussentijd stopt de Belastingdienst met het beoordelen van de modelovereenkomsten. Niet dat er daar nou zoveel van werden gemaakt de laatste tijd, het gaat om het principe.
De vraag wordt dus: hoe voorkom je gedoe over die schijnzelfstandigheid? Een hulpsite op mijn vakgebied doet een poging het uit te leggen.