(Schijn-)zelfstandigen: wet VBAR komt eraan – werkt vanaf 2026

Volledige duidelijkheid is er nog niet (en die gaat er ook nooit komen overigens), maar de minister wil de nieuwe regels om te bepalen wie wel en wie niet echt zelfstandig is per 01 januari 2026 definitief (wettelijk) invoeren. Ambitieus! En mooi. Want hoe eerder hoe beter.

Citaat: “Bij het beoordelen of iemand werknemer of zelfstandige is blijft ondernemerschap een volwaardig criterium, naast de vraag of iemand wordt aangestuurd in het werk en voor eigen risico werkt. Kenmerken daarvan zijn bijvoorbeeld of iemand btw afdraagt, investeert in het eigen bedrijf of tijd en geld besteedt aan het werven van klanten”. Om het in moderne nieuwspraak te zeggen: de holistische benadering, alles telt mee (here we go again). De minister houdt ook vast aan de webmodule (hetjuistecontract.nl) als ‘officiële’ hulp bij de beoordeling van de situatie.
En ondertussen? Ondertussen dit. De wenselijkheid versus de werkelijkheid.

Box3, de toekomst

Sinds (eind) 2021 (en eigenlijk al veel langer) zijn we aan het improviseren met het heffen van belasting op vermogen, dat is bekend bij alle betrokkenen. Vanaf 2028 moet er een nieuwe wet zijn die dat allemaal definitief gaat regelen en in de tussentijd doen alle akela’s hun best. Die nieuwe wet is nu in de maak en begint onderweg al scheuren te vertonen: de PVV is tegen. Niet tegen het hele idee of de hele wet, maar tegen het onderdeel waarin ook ongerealiseerde vermogenswinsten belast worden. Basisidee PVV: aandelen (e/o 2e huis, of crypto ‘s) met winst verkocht en over die winst belasting betalen: prima. Maar zolang niet verkocht, dan ook geen belasting betalen over een theoretische (en ongerealiseerde) winst.

Dat gaat dus nog spannend worden. Of niet, dat weet je tegenwoordig maar nooit.
Een andere lopende kwestie is dat improviseren: wat gebeurt er tussen 2021 en 2028? De regering heeft daar nu een voorstel voor: de ’tegenbewijsregeling’. Standaard is de huidige forfaitaire heffingsregeling, maar als die onterecht uitwerkt (als in: teveel belasting want minder rendement dan het forfait) mag de belastingplichtige dat aantonen en als dat lukt komt er een lagere aanslag. Best weer ingewikkeld dus allemaal.
De organisaties van belastingadviseurs waarschuwen alvast voor rechtszaken. Ik schreef het hier eind 2021 al: ‘en het bleef nog lang onrustig in belastingland’.

Correctiebeleid Belastingdienst opgeschreven

Jazeker, de Belastingdienst heeft (sinds kort) een officieel (dat wil zeggen: uitgeschreven, in een reglement) ‘correctiebeleid’. Dat wil dus zoiets zeggen als dat de Belastingdienst (te) kleine correcties niet uitvoert en het laat bij wat het was, ook al was dat fout niet goed. Dus wie bij vergissing (!!) iets te weinig inkomen, of omzet, aangeeft en de Belastingdienst ontdekt dat dan gebeurt er niets.

Wat zijn de kleine bedragen dan waar het om gaat? Hier staat een lijstje.
Overigens deed de Belastingdienst dit natuurlijk al lang zo, alleen werden er verschillende grensbedragen gebruikt en dat is nu afgelopen: gelijke monniken, gelijke kappen dus. Deze hele regeling komt voort uit het beleid van de huidige regering dat mensen zich ook gewoon een keer mogen vergissen (‘het recht op vergissen‘) zonder dat daar gelijk heftige gevolgen uit voortkomen, zoals boetes.
Misschien is een beloning op alles goed doen ook nog een idee?

Schijnzelfstandigen, and the beat goes on

We moeten met z ’n allen iets te doen hebben, toch? Dus dan maar de strijd van de overheid tegen de schijnzelfstandigen. De overheid is die strijd in ieder geval deels aan het winnen, las ik afgelopen week: het aantal kleine zelfstandigen neemt af.

Een ander bericht afgelopen week was wat alarmerender: het gaat blijkbaar niet zo goed met die kleine zelfstandigen. Een half miljoen ondernemers (vooral de kleinere) heeft het financieel zwaar. En sparen doen ‘we’ (nou ja, een derde) blijkbaar ook al niet. Voordeel is dan weer wel dat de Belastingdienst, samen met gemeenten, actief gaan kijken naar mensen met oplopende schulden.
Om terug te komen op de ‘war’ van de Belastingdienst ‘on’ schijnzelfstandigen: er is zowaar een volledig uitgeschreven protocol (versie 5.0 al) hoe de Belastingdienst moet handelen als ze op bedrijfsbezoek komen om daar de boekhouding te controleren op uitbetalingen aan schijnzelfstandigen.
Bij dit alles past een deuntje uit de goede oude tijd (nee, een andere deze keer).

Box3, het gaat er langzaamaan om spannen

Even terug naar het verleden: eind 2021 (ja, 2021) begon het gedoe echt (echt, want het donderde al jaren achter de horizon) met het bekende kerstarrest van de Hoge Raad. En na dat begin: chaos, over elkaar heen struikelende bestuurders, rechters, politici, deskundigen en ‘mensen-met-een- mening’. Oplossingen die net zo snel werden bedacht als weer afgeschoten. En nu is het maart en wachten we op de poging tot een echte (voorlopige) oplossing: het formulier voor de tegenbewijsregeling dat in mei moet verschijnen.

Ondertussen lopen vele discussies nog gewoon door. Bijvoorbeeld in de Tweede Kamer, waar ze worstelen met vastgoedbeleggers (omdat het effect van de geplande regeling toch wel erg nadelig blijkt uit te werken, zie hier bijvoorbeeld). En eigenlijk twijfelen ze daar over de hele regeling. En dan hebben we natuurlijk ook (nu al weer) lastige randgevallen en rechters die daar dan weer iets mee moeten (of willen, kan ook). Kortom: als we denken vanaf mei weer met andere dingen bezig te kunnen gaan…..
En ohja, voor wie zich echt wil inlezen: via een WOO-verzoek zijn (bijna) alle ambtelijke documenten, mails, correspondentie over het kerstarrest nu openbaar. Mooi avondje leeswerk….

Ondernemers veel tijd kwijt met administratie

Alsof we dat als ondernemers al niet allang weten natuurlijk, maar een onderzoek bevestigt het nog maar eens: “veel ondernemers meer dan helft van de tijd bezig met administratie“. Het ligt dus niet aan jou, het ligt echt aan de (complexiteit, omvang en frequente veranderingen van de) regels. Bijna de helft is er (meer dan) de helft van de tijd mee bezig, 10% zelfs meer dan 80%. En dat niet alleen in NL, in heel Europa is dat blijkbaar zo.

In NL valt het volgens dit onderzoek overigens nogal mee wat betreft de complexiteit (moeilijkheidsgraad) van die regels, dat de regels zo vaak veranderen is wel een punt. Grappig onderzoek, of het echt allemaal representatief is weet ik ook niet, maar verbazen doet het me niks. En wie, wat Visma is? Visma is een grote leverancier van administratieve software (aan wielrennen doen ze ook). Ik gebruik het ook, mijn loonprogramma is van Visma.

Kosten werkruimte in huis aftrekbaar?

Er zijn zo van die onderwerpen die in besprekingen met ondernemende klanten vaak aan de orde komen. Op nummer één staat al decennia: de auto, in de modernere tijden aangevuld met de elektrische auto en de (bak-)fiets. Een ander onderwerp uit de top-5 is de werk- en kantoorruimte in het woonhuis. Dat het hebben van een (aparte) werkruimte in het woonhuis (en het thuiswerken überhaupt) extra kosten met zich meebrengt is helder, die kosten als bedrijfskosten aftrekbaar krijgen als ondernemer is een heel ander verhaal.

Tot en met 1999 was dat relatief makkelijk en ook fiscaal lucratief, daarna niet meer – of op zijn minst veel minder. Het liep – aldus de overheid toen – ook wel erg uit de hand met al die werkkamers in woonhuizen en dan natuurlijk vooral wat al die kamers de overheid aan belastinginkomsten scheelde. Dus kwam er een wettelijke beperking die in hoofdzaak uit twee elementen bestond: het in of vanuit de kamer verdiende inkomen moest tenminste 70% van het totale inkomen zijn en de werkruimte moest economisch zelfstandig zijn (wat zoveel wil zeggen als dat die ruimte ook apart aan een derde verhuurd kon worden met eigen ingang en eigen sanitair). Dat lijkt duidelijk, maar de werkelijkheid is natuurlijk weer ingewikkeld en er zijn dus de nodige gevallen waarin de grenzen van deze beperkingen niet zo duidelijk zijn. Dan hebben we ook nog het verschil tussen ondernemers met een huurhuis en ondernemers met een eigen huis en langs de wettelijke zijlijn lopen dan ook nog ondernemers en werknemers en voor werknemers gelden dan weer andere regels.
In dit complexe verhaal heeft de Belastingdienst nu een kort intern memo openbaar gemaakt waarin de situaties worden uitgewerkt. Voor wie het nog eens goed door wil lezen allemaal.

De Wtmo komt eraan

De ‘Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties’ (Wtmo dus, waarom niet Wttomo?) is (waarschijnlijk, nog even afwachten wat de politiek beslist) op komst. Voornamelijk stichtingen, verenigingen en andere maatschappelijke organisaties die donaties ontvangen gaan daarmee te maken krijgen. We hebben dus al een WWFT (Wet ter voorkoming van Witwassen en de Financiering van Terrorisme) en daar komt dus de Wtmo nog eens bij.
Of ‘bij’: bovenop, beter opgeschreven.

Kort samengevat, die nieuwe wet: de gegevens van donateurs moeten inzichtelijk zijn en (zeven jaar) bewaard worden. Stichtingen en verenigingen moeten hun (jaar-)cijfers publiceren bij de KvK. Voor de (middel-)grote organisaties zal dat allemaal niet zoveel problemen opleveren, die doen dit soort dingen vaak toch al omdat dat bij de ANBI registratie hoort. Het zijn vooral de kleine organisaties die een behoorlijke verzwaring van hun administratieve lasten zien aankomen.
Dus zit je in het bestuur van zo ’n organisatie: be prepared.

Hallo, u spreekt met uw poortwachter

Het zijn bijzondere tijden. Wat eigenlijk normaal is (of zou moeten zijn, of op zijn minst lang zo was) wordt steeds bijzonderder gemaakt. Zoals het bericht dat wij in ons vak de vorige week zagen verschijnen op ons gezamenlijke forum met de Belastingdienst. Dat bericht zelf kan ik natuurlijk niet delen, maar het artikel erover in onze vakpers wel.

Wat staat daar nou eigenlijk? Dat wij -als beroepsgroep- voor onze geachte klandizie geen kosten mogen aftrekken die wettelijk niet aftrekbaar zijn.
Ja duh!
En toch, zo is blijkbaar de ervaring van de Belastingdienst, gebeurt dat met enige regelmaat. Wat dus eigenlijk betekent dat ‘wij’ ons werk niet goed doen. Zeker, het is onze taak creatieve oplossingen te vinden of te bedenken en de grens van het wettelijk toelaatbare op te zoeken. Daar buiten gaan is -vind ik en gelukkig velen met mij – not done, wat wij verder persoonlijk ook van sommige wettelijke regels vinden.
De overheid noemt die rol ‘poortwachter’, je weet wel: die strenge, met hellebaard bewapende, man die iedereen die door de stadspoort naar binnen wil uitgebreid bekijkt en de meegezeulde tassen opent om na te gaan of er geen verboden zaken worden meegesmokkeld. Die poortwachter. Dat zijn wij dus (ook). Onbezoldigd, dat dan weer wel.
Zoiets als dit?

Aanpak schijnzelfstandigen, het is begonnen

Als het goed is weet iedereen inmiddels dat de Belastingdienst vanaf 01 januari j.l. is begonnen met het controleren op schijnzelfstandigheid. En zowaar: zelfs in ondernemersland is er een redelijk grote steun voor deze aanpak. Logisch ook wel: schijnzelfstandigen zijn toch een vorm van oneerlijke concurrentie en/of een risico.

Punt is wel dat er nog heel veel onduidelijkheid is over wat er nou misschien wel of niet kan en mag en die onduidelijkheid gaat nog wel even duren, helaas. Vandaar dit hulpje waar alles veel op een rijtje is gezet, inclusief (onderaan) linkjes naar online testen.
Als je die test overigens doet: bewaar dan het resultaat!! Over een jaartje of twee bij een belastingcontrole zeggen dat je een test gedaan hebt en daar dan geen bewijs van hebben is geen sterk argument, zacht gezegd.
Interessant weetje ook nog: afgelopen week heeft de overheid de interne documenten over deze hele materie openbaar gemaakt moeten maken. Een weer geweldige hoeveelheid documentatie waar grote delen zijn zwart wit gemaakt, maar die toch wel weer wat mooie inkijkjes geven in het overheidsdenken.